De Godsverering

Zoals in alle godsdiensten wordt ook in de Islam God vereerd. De Islam geeft advies en schrijft de moslims voor op welke wijze zij voortdurend, dagelijks, wekelijks, eens per jaar en eens in hun leven alleen of met de hele geloofsgemeente God dienen te vereren.

De zuilen van de verering

Er zijn vijf hoofdplichten:

1 - het Geloofsgetuigenis

2 - het verplichte gebed (de salat)

3 - de offergave (de zakat)

4 - de bedevaart (de hadj)

5 - het vasten

Deze plichten worden ook wel de zuilen van de Islam genoemd. De geloofsgetuigenis Esjhedoe en la ilahe illallah ve esjheddoe enne Muhammeden abduhu ve rasuluhu

(Ik getuig dat er geen god is dan God. Ik getuig dat Mohammed Zijn dienaar en profeet is) die elk moment met de mond en in gedachten beleden kan worden, is een wijze van aanbidden van God.

Het verplichte gebed wordt dagelijks vijf keer verricht als dagelijkse wijze van verering.

Het vrijdaggebed wordt vrijdagsmiddags verricht. Dit is de wekelijkse wijze van verering.

Gevast wordt eenmaal per jaar tijdens de maand Ramadan gehouden. De offergave bedraagt, afhankelijk van het soort vermogen 1/40 tot 1/5 van het bezit. Vasten en offergave staan voor de jaarlijkse verering van God.

De bedevaart is een wijze van godsverering die eenmaal in het leven verricht wordt.

Het vereren van God is een manier van dankbetuiging van iemand aan diens Heer. Het is het danken van iemand die omringd door de gaven van zijn Heer zich hiervan bewust is en die dankbaarheid voelt voor de eigenaar van deze gaven. Zoals deze dank door te zeggen: O Heer! Heb dank voor Uw gaven. Elhamdulillah onder woorden kan worden gebracht, kan dit ook door middel van sommige daden en handelingen. De dankbetuiging moet een godsgeschenk inhouden. Daarom bestaat in de Islam de aanbidding van God uit de drie gedeeltes mondelinge -, lichamelijke - en financiële aanbidding.

De mens die in het bezit is van de grote gave van het spreken en denken, dat wil ook zeggen dat hij verstand heeft, onderscheidt zich hiermee van andere schepselen en dankt zijn Schepper met zijn geloofsgetuigenis, waarbij hij van deze gaven gebruikmaakt. Degene die getuigt van zijn geloof, zegt in feite het volgende:

Ik, iemand die kan denken en spreken, getuig, dat wil zeggen ik weet en wil aan iedereen vertellen dat er geen god is dan God. En ik getuig, dat wil zeggen ik weet en wil aan iedereen vertellen dat Mohammed Zijn dienaar en profeet is.

Iemand wiens ogen zien, wiens oren horen en wiens handen en voeten in orde zijn, kortom iemand die lichamelijk gezond is, dankt door middel van het dagelijks enkele malen verrichten van het verplichte gebed (salat), waarbij hij met zijn hele lichaam een aantal vast omschreven rituele handelingen verricht en tegelijkertijd uit de Koran reciteert en bidt, voor de gaven van zijn lichaam. Zo heeft onze profeet volgens een overlevering het volgende gezegd:

Het lichaam van een mens telt 360 organen. Elke keer als de zon opkomt, dus bij het aanbreken van elke nieuwe dag is hij het verschuldigd te danken voor het goed functioneren van deze organen. Deze dankbetuiging kan hij enkel nakomen door dagelijks vijf keer het verplichte gebed te verrichten.

Het jaarlijks gedurende een maand vasten is evenzo een jaarlijks te verrichten dankplicht voor het goed functioneren van organen als het hart, de maag, de lever en de nieren.

De offergave (zakat) is een manier om te danken voor de gave van wat wij mogen bezitten en houdt in dat degenen, die meer bezitten dan zij nodig hebben van de gave (geld en goederen), die God voor de mensen heeft geschapen –en die in de grond van alle mensen samen is - aan de behoeftige geven wat eigenlijk hun recht is.

De bedevaart, waarvoor men zowel moet reizen als ook geld moet bezitten, brengt –door eenmaal in ons leven de plaatsen die ons door God zijn aangeraden en bevolen te bezoeken - onze dank tot uiting voor de gave van deze reis en de mogelijkheid tijdens deze reis uitgaven te doen.

Op het moment dat men door deze wijzen van aanbidding dankt,

- voedt het dagelijkse verplichte vijf maal bidden onze geest,

- versterkt het jaarlijkse een maand vasten onze wil,

- leert de offergave ons niet gierig en egoïstisch te zijn.

Bovendien betekent het aanbidden van God dat men zich tot Hem wendt en heeft degene die zicht tot God wendt dus elke keer zichzelf geïnspecteerd, zijn fouten opgemerkt en zich, hiervan spijt hebbend, weer op de juiste weg begeven.

Zo staat er in de genadige Koran:

De salat verbiedt wat gruwelijk en verwerpelijk is. (Koran, 29:45)