Het Gebedshuis

Een moslim kan op elke plaats die daarvoor geschikt is en die schoon is, bidden. Hij hoeft om te bidden niet een speciale plek te hebben. Als er echter gezamenlijk gebeden wordt, vooral op vrijdag en op feestdagen, bidt men in gebedshuizen, die men ´mesdjied´ of moskee noemt.

Daarom hebben moslims een moskee nodig.

Zo heeft de heilige profeet Mohammed, toen hij onderweg tijdens zijn tocht van Mekka naar Medina in het dorpje Kuba bij Medina uitrustte, de eerste moskee in de Islam gebouwd en op die plaats staat nog steeds de Kuba moskee.

De moskee

De moskee is een gebouw waarvan de richting waarin men bidt de ´kibla´ is. De kibla is de richting naar de ´Kaa´ba´.

De Kaa´ba bevindt zich in de geboorteplaats van de heilige profeet, Mekka.

In de moskee zijn duidelijke herkenbare afdelingen. Daarbij is de grote ruimte waar men samen bidt, de hal, de basis van de moskee. Dit noemt men ook wel ´sahn´ (de warmte).

In de kibla-muur bevindt zich een, meestal versierde gebedsnis. Deze noemt men ´mihrab´. Mihrab betekent oorlogsgebied, slagveld. Hier vind een strijd met het eigen ik plaats. Als de geloofsgemeente samen bidt, bijvoorbeeld op vrijdag, bevindt de imam zich in de mihrab.

Imam betekent degene die laat bidden, de leider die zich vooraan bevindt. Daarom moet de imam zijn die binnen de geloofsgemeenschap het meest weet en de Koran het best kent.

De preekstoel

Aan de rechterkant van de gebedsnis bevindt zich de preekstoel met treden, de ´mimber´. Vanaf deze plaats wordt op vrijdag en op feestdagen een godsdienstige rede gehouden, die en onderdeel van de gebedsdienst vormt.

Deze preek noemt men ´khutba´.

Omdat van die plek af die khutba wordt gehouden is de preekstoel onder het volk ook wel bekend als ´khutba´.

De preek

Het woord khutba, preek, komt van het zelfstandig naamwoord ´hitab´. Dit betekent zoveel als een gesprek in de betekenis van een godsdienstige raadgeving en voorlichting.

De kansel

Aan de linkerkant van de gebedsnis is een plaats die voor de kanselrede wordt gebruikt. Deze plaats noemt men ´kursu´, de zetel.

De gebedsomroepersplaats

Bij de ingang van de moskee bevindt zich een aparte plaats meestal aan de rechterbinnenkant van de hoofddeur. Deze vaak die vaak door een traliehek gescheiden is van de rest, noemt men ´muezzin mahfeli´, de gebedsomroepersplaats. Van hieruit wordt de ´kaamet´, de tussentijdse gebedsomroep gedaan. degene die de kaamet, de oproep tot het gebed doet, men ´muezzin´, de gebedsomroeper. Muezzin betekent degene die de ezan roept, tot het gebed oproept.

De oproep tot het gebed

De ´ezan´, de oproep tot het verplichte gebed noemt men dat wat vanaf een hoge plaats met luide stem zingend geroepen wordt tot de moslims in de omgeving om hen te waarschuwen dat het tijd is voor het gebed.

Allahü Ekber, Allahü Ekber

Allahü Ekber, Allahü Ekber

(God is de grootste)

Esjhedoe en la ilahe illallah

Esjhedoe en la ilahe illallah

(Ik getuig dat er geen God is dan God)

Esjhedoe enne Muhammeden Rasulullah

Esjhedoe enne Muhammeden Rasulullah

(Ik getuig dat de heilige Mohammed Zijen profeet is)

Hayye alessalat

Hayye alessalat

(Kom tot het gebed)

Hayye alel felah

Hayye alel felah

(Kom tot bevrijding)

Allahü Ekber, Allahü Ekber

(God is de grootste)

La ilahe illallah

(Er is geen god dan God)

De toren waar vandaan de oproep tot het gebed gedaan wordt, noemt men de ´minaret´.

De minaret

Bij veel moskeeën is een minaret, die bestemd is om van daaruit tot het verplichte gebed op te roepen. Op speciale dagen en nachten wordt deze hoge toren met lampjes verlicht.

De minaret is een deel van de moskee dat hoger is dan de rest van het gebouw. Hij staat meestal aan de achterkant, rechts van de moskee.

De galerij

In de moskee bevindt zich boven vaak een balkon. Dit noemt men ´mahfel´ of de ´mahfil´, de galerij.

Hoewel volgens de Islam vrouwen en mannen in dezelfde ruimte het verplichte gebed kunnen verrichten, is het de gewoonte geworden dat de vrouwen in de moskee in een, door een traliehek of gordijn gescheiden achtergedeelte of op de galerij bidden.

Hoewel deze gewoonte de indruk wekt dat vrouwen tijdens het bidden onherroepelijk gescheiden moeten zijn van de mannen; dat zij de mannen niet mogen zien en de mannen hen niet, is er in werkelijkheid geen enkele reden waarom zij niet samen met de mannen in een ruimte, zonder van elkaar gescheiden te zijn door tralies of een gordijn het verplichte gebed zouden kunnen verrichten. Vanwege speciale bewegingen tijdens het verrichten van het gebed als het buigen voor de ´roekoe´ en het neerzinken in ´sadjdah´ is het echter, vanuit verstandelijk en psychologisch oogpunt praktischer in aparte gedeeltes te bidden, ook al is dit geen godsdienstige noodzaak.

De wasruimte

Tevens bevindt er zich in de moskee een ´abtesthane´ een wasruimte. De naam komt van het woord ´abtest´. Dit is het benaming van het speciaal wasritueel voor het bidden. Iemand die het verplichte gebed wil verrichten, moet zich daarvoor eerst op een speciale manier reinigen. Nadat hij zijn handen brandschoon heeft gewassen, moet hij zijn gezicht en armen wassen; vervolgens moet hij zijn hoof met natte handen schoonwrijven en dan zijn voeten wassen. Ondertussen moet hij zijn mond, neus en tanden spoelen en zijn oren en nek bevochtigen. De plaats waar dit allemaal gedaan wordt noemt men ´abdestlik´, de wasruimte.

Omdat men, voordat men zich volgens dit ritueel wast, eerst zijn behoeften moet hebben gedaan, is het toilet een onafscheidelijk onderdeel van dit gedeelte van de moskee.

Dit is zelfs zozeer het geval dat in sommige islamitische streken de naam voor het toilet ´aptesthane´ is geworden.

De moskeebron

De ´sjadirvan´. De moskeebron is een plek, die meestal op de binnenplaats is gelegen en een ronde vorm heeft met daaromheen kranen waar men zich ritueel voor het gebed kan wassen en water kan drinken.

De binnenplaats

Bij sommige moskeeën is er een gedeelte voor laatkomers met daarachter de binnenplaats en helemaal aan de buitenkant een binnenplaats met muren omgeven.

In de bijruimtes kunnen afdelingen als de wasruimte, een leslokaal, een bibliotheek, een volkskeuken en een kantine zijn.

Onontbeerlijke afdelingen als het leslokaal, de bibliotheek, de ontmoetingsruimte en de kantine zijn ruimten die in een moskee in Europa niet kunnen ontbreken.

De ontmoetingsruimte is een plaats waar moslims, die in Europese landen als een minderheid leven, elkaar kunnen ontmoeten, waar zij kunnen wachten tot het tijd is voor het verplichte gebed en waar culturele activiteiten plaatsvinden. De kantine is een plaats waar voor de moskeegemeente een handel van kleine omvang plaats heeft in gegarandeerde handelswaren met de persoonlijke smaak uit het eigen land.

In het leslokaal leren de kinderen over de godsdienst. In de bibliotheek bevinden zich boeken over de godsdienst en het vaderland.

Het verplichte gebed

Het verplichte gebed is in de Islam een van de zuilen van de aanbidding. Het verplichte gebed wordt vijf keer per dag op de volgende vastgestelde tijden verricht:

-´s morgens voor de zon opkomt;

-´s middags, direct na het midden van de dag;

-in de namiddag, tegen de avond als de schaduwen twee maal langer zijn geworden;

-´s avonds nadat de zon is ondergegaan;

-´s nachts nadat de schemering is verdwenen.

Op de kalender staan de tijden van de verplichte gebeden aangegeven.

De kalender

De kalender is een lijst, die de dagen, maanden, heilige nachten, feestdagen en gebedstijden aangeeft.

De vrijdag

De wekelijkse aanbidding in de vorm van een gebedsdienst door de molsim vindt plaats op de vrijdag. Het vrijdaggebed wordt op vrijdag, direct na de middag verricht. Voor dit gebed, waarbij door de hele gemeente tezamen het tweedelige gebed moet worden verricht, wordt een preek gehouden, die een onderdeel van het gebed vormt.

Voor deze preek wordt in de moskee nogmaals tot het gebed opgeroepen. Deze oproep wordt alleen voor het vrijdaggebed gedaan, los van de oproep die vijf

keer per dag vanaf de minaret wordt gedaan.

De preek

De preek, die aan het verplichte vrijdaggebed voorafgaand door de imam wordt gehouden, is en rede in de vorm van een godsdienstige raadgeving. De preek hoort bij het gebed.